Veldreis naar Pakistan 2010 door Klaas van Balen - Christus in Pakistan

Ga naar de inhoud
Van 7 februari  tot 7 maart 2010
Het is er toch weer van gekomen
Vanaf 1983 brachten mijn vrouw en ik regelmatig een bezoek aan Pakistan om niet alleen onze kinderen en kleinkinderen, maar ook om het groeiende zendingswerk van nabij te volgen en het thuisfront op de hoogte te houden van wat God in dit deel van de wereld doet.
Dit waren altijd weer gezegende tijden waar we met verlangen naar uitzagen. Na de reis in 2005 leek het er op, dat een volgende reis vanwege onze leeftijd en lichamelijke conditie toch wat minder vanzelfsprekend leek, maar het verlangen bleef...

Toen in februari 2010 mijn dochter na een kort verlof weer terug naar Pakistan terug zou gaan, voelde ik mij voldoende in staat om met haar mee te gaan en de Heer heeft me tijdens de reis en het verblijf meer dan overvloedige genade bewezen en kracht gegeven om in alle activiteiten te participeren.
In Frankfurt kregen we gezelschap van Hans en Pia Harter, die elk jaar een maand naar Pakistan komen om les te geven op de Bijbelschool en ook logeerden in het huis van Liaquat en Henny.

Wat ik tijdens deze veldreis heel bijzonder ervoer was de bijzondere liefde van God voor dit volk en zijn verlangen om hen te redden door de verkondiging van het verlossend evangelie. Ik zag dit verlangen van God ook weerspiegelen in de harten van de gelovigen en hun vrijmoedigheid om te getuigen overal waar God de deuren opent.
Zoals bekend is het percentage christenen in Pakistan nog geen 3% van de bevolking en verdeeld in verscheidene denominaties. Een deel hiervan zijn uit traditie christen en geboren uit christelijke ouders. Zij behoren tot het armste deel van de bevolking en hun geschiedenis is veelal terug te voeren naar India, waar zendelingen werkten onder de laagste kasten. De wervingskracht van het traditionele deel van de christelijke kerk is niet sterk.

Wat Pakistan nodig heeft is een levende kerk met enthousiaste, vrijmoedige, met de Geest vervulde gelovigen, waar het evangelie wordt bevestigd met de tekenen van Gods Koninkrijk. Ik kan met dankbaarheid getuigen, dat ik tijdens deze reis hiervan weer overvloedige tekens heb gezien en indrukwekkende getuigenissen heb gehoord.
Voortgang nieuw kerkgebouw
De dag na aankomst trokken we natuurlijk direct naar de aanbouw van de nieuwe kerk om daar een kijkje te nemen. Het is toch fantastisch dat hier midden in de miljoenenstad Lahore een nieuwe kerk gebouwd moet worden, omdat de oude kerk te klein is geworden! De nieuwe kerk gaat plaats bieden aan 2000 bezoekers. Er wordt hard en stevig aan gewerkt. De gemeenteleden zelf offeren veel, maar er is toch nog veel meer nodig.
Vanuit Nederland mochten we via de Schatkamer in 2009 een bedrag van € 7.700 bijdragen en het zou geweldig zijn als we daar nog wat aan konden toevoegen.

Het is nu nog nodig dat er elke week een grote tent moet worden gehuurd en opgebouwd met meer dan 1000 stoelen, wat veel geld kost. Het dak op de nieuwe kerk is nu gereed en het plan is om vanaf Pasen toch al op zondag in de nieuwe kerk samen te komen, ook al is deze nog lang niet gereed. Gedurende de week kan er dan nog verder aan de bouw worden gewerkt. Heel vindingrijk en kostenbesparend!
FGA Bijbel College
Heerlijk, zoveel jonge mannen en vrouwen die zich toewijden aan de dienst van de Heer. Er is wel veel veranderd in de loop van de jaren. In 1983 vond je op de school nog uitsluitend mannen, maar nu zien we een evenredig aantal mannelijke als vrouwelijke studenten en ook leraressen en vertaalsters. Ook in de gemeenten zien we dat de zusters volledig participeren in alle takken van het werk.
Het is verrassend te zien hoe Henny in dit alles als geestelijke moeder voor jong en oud een rol speelt.
Waar Liaquat de geestelijke vader is van de vele pastors en werkers, is Henny de moeder en waar zij ook komt, wordt zij altijd omgeven door haar geestelijke kinderen voor advies, gebed of zomaar wat aandacht.




Liaquat is de directeur van het Bijbel College en Henny is een van de leraressen. Ik woonde een les bij in de tweede klas waar Henny les geeft. Zelf kon ik later ook een aantal lessen verzorgen voor de klas van het nieuwe derde leerjaar en behandelde daar de eerste hoofdstukken van het boek Openbaring.


Een zegen om zo mee te mogen bouwen aan de vorming van toekomstige werkers. Heel bemoedigend ook om steeds weer oud-studenten – nu voorgangers en evangelisten – tegen te komen, die enthousiast getuigen zich de lessen nog levendig te herinneren.
Een pastor getuigde: ‘Ik was in dat en dat jaar op de school waar u toen les gaf en vooral dat ene voorbeeld dat u gaf, ben ik nooit meer vergeten en daar heb ik zoveel aan gehad in de bediening’.
De studenten op het college zijn echt verlangend om onderwezen te worden en het is dan ook een dankbare taak voor de onderwijzers om hier les te geven.
FGA Meisjes Internaat
Natuurlijk bezochten we ook enkele malen het internaat en dat is ook altijd weer een feest. Het internaat ligt in Yuhanabad, een arme wijk aan de rand van Lahore, dat zelfs met de auto moeilijk te bereiken is.
Hotsend en klotsend door smalle steegjes met een veelheid van kuilen en bulten, laverend langs de vele verkoopstalletjes, voetgangers, fietsen en spelende kinderen komen we veilig op de plaats van bestemming aan, waar de dienst net is begonnen en de meisjes naar hartelust zingend, blij naar ons opkijken.


Ik sprak hier over het visioen van Ezechiël, waarin hij door een engel werd bemoedigd om steeds dieper het water van de rivier in te gaan totdat hij niet meer kon staan en moest zwemmen. Verschillende meisjes zijn al vervuld met de Geest en bij de anderen leeft een sterk verlangen om door de Geest te worden aangeraakt.


Na de dienst gingen we door de rijen heen en baden met de meisjes die krachtig werden aangeraakt en onder tranen de Heer aanriepen.
Bij een volgend bezoek brachten we wat spelmateriaal mee en boden alle meisjes samen met de staf een feestmaaltijd aan, waar zij heerlijk van genoten.



De meisjes hebben een druk dagprogramma. Een zuster uit Rotterdam had eerder een bedrag gegeven, waar materiaal voor was gekocht voor handwerk dat de meisjes konden maken om deze weer te verkopen voor het internaat en de producten waren echt heel mooi.

Zondag in de tent
De eerste zondag na aankomst waren we uitgenodigd in de gemeente van Liaquat en Henny in Lahore, die nu nog samenkomt in de tent op een terrein tussen de Technische school en het Bijbel College.
Het is de gewoonte in de Pakistaanse gemeenten om een gastspreker speciaal te begroeten en te omhangen met een bloemen-slinger en zo uiting te geven aan hun liefde en respect.
Wij zouden dat in onze cultuur al gauw overdreven vinden, maar hier is het zo echt en spreekt er zoveel warme genegenheid en waardering uit dat je er ook geen moeite mee hebt om het te ontvangen.


De tent was overvol en ik sprak over een open hemel en de verhouding in het geloofsleven tussen het beeld van Christus als het geslachte Lam en de overwinnende Leeuw van Juda. Er is een voortdurende wissel-werking van beide krachten in het leven van de gelovige. Met Jezus deelhebbend aan zijn dood en dan ook evenredig deel hebbend aan de opstanding. De hemel was ook hier open en we genoten van de dienst.




Wat een enthousiasme in het zingen, de gebeden, de lof-prijzing, het ingaan op de uitnodiging voor overgave en gebed.
Kortom, een feest in de tegenwoordigheid van Christus!
Na afloop van de dienst werd op de valreep een jonge vrouw gedoopt, die in de komende week zou verhuizen naar een ander deel in het land en de gemeente niet wilde verlaten alvorens gedoopt te zijn.
Met een knipoog naar de prediking vertelde ik haar, dat zij bij de onderdompeling het geslachte Lam in het water zou ontmoeten, maar dat zij bij het weer boven komen de Leeuw van Juda recht in de ogen mocht kijken.


Faisalabad en Pakhowal
In het tweede weekend was gepland dat Henny en ik naar Faisalabad zouden gaan voor het geven van een semester op zaterdag en enkele diensten op zaterdagavond en zondagmorgen. Voor de zondagavond was er nog een extra dienst gepland in het dorp Pakhowal, dat nog weer enkele uren verder rijden was ergens in ‘the middle of nowhere’.
Het beloofde een stevig weekend te worden en vlak voor ik wegging, werd ik getroffen door een aanval van buikloop, gepaard gaande met overgeven. Nu waren zij in Faisalabad al een maand bezig geweest met de voorbereiding van deze diensten en velen waren uitgenodigd. Henny alleen laten gaan en zelf thuisblijven, was voor mijn gevoel dan ook geen optie en zo togen we vrijdag toch op weg.

Ik vertrok al overgevend en mijn eerste actie uit de auto was weer een partij overgeven voor de deur bij onze gastheer pastor Barnabas. De op ons wachtende maaltijd heb ik maar overgeslagen en de avond over me heen laten gaan.

De volgende morgen zou het feest dus gaan beginnen en terwijl ik me gereedmaakte voor de diensten, werd ik bepaald bij Jozua die in het geloof de zon en de maan deed stilstaan tijdens de strijd om het beloofde land (Jozua 10:12).
Ik kreeg de vermetele geloofsgedachte, dat als Jozua door het geloof de zon en de maan een dag kon laten stilstaan er in dit geval toch zeker een buikloop tot stilstand gebracht moest kunnen worden en sprak in die geest deze storing aan. Ik weet niet of de Here God toegevend zijn hoofd geschud heeft bij deze vergelijking, maar het werkte wel direct en de diensten waren ook hier bijzonder gezegend.
Henny verzorgde de semesters en in de avond mocht ik het woord brengen, waarbij ook vele genodigden van buiten de gemeente aanwezig waren. Zij hadden er echt een feest van gemaakt en voor dat we naar binnen mochten werden er eerst voor de deur enkele vuurfakkels ontstoken, die ver in de omtrek zichtbaar waren.


Daarna moesten we door een haag heen van kinderen, die ervan genoten om ons te bestrooien met bloemenblaadjes.
Echt om er verlegen van te worden, maar allemaal zo echt en ongekunsteld, dat je er helemaal van binnen warm van wordt. En dat voor zo’n Nederlandse kikker, die helemaal niet houdt van overdreven gedoe en als eerste roept: ‘Doe nu maar gewoon en overdrijf niet zo’.



Hier heeft het echter niets met overdrijven te maken en de mensen houden ervan om zo de liefde voor elkaar te uiten en elkaar blij te maken. Het was in deze samenkomst dat ik op een bepaald moment tijdens de dienst overvallen werd met een gevoel, dat ik de hele gemeente met haar blijde opgeheven verwachtingsvolle gezichten wel in mijn armen had willen sluiten en op mijn beurt ook verlangde om te worden ondergedompeld in hun warme liefde en aanvaarding.


De volgende dag vertrokken we naar Pakhowal, waar we na enkele uren botsend over on-begaanbare wegen aankwamen en ook hier weer dezelfde warme ontvangst.
Hier is pastor Hiskiel Bhatti de voorganger, die nauw samen werkt met pastor Barnabas van Feisalabad.
Elke gezapigheid is hier vreemd. De kerk van Christus in Pakistan leeft en zal door Gods Geest zeker gebruikt worden om nog velen in aanraking te brengen met Christus.




Het is verbazingwekkend dat in de meest afgelegen gebieden en kleinste dorpen springlevende gemeenten zijn met enthousiaste gelovigen met een groot ver-langen om getuigen van Christus te zijn.
Het is nog vroeg in de middag als we aankomen en we genieten van het eenvoudige landelijke landschap. Een van de leden heeft vlakbij een sinaasappelboomgaard en natuurlijk moeten we daar ook even een kijkje nemen. Het is wel even een aardig stukje lopen en mij wordt aangeboden om achter op een brommer plaats te nemen en ja waarom niet. Je wordt hier immers weer jong en wat is nu eigenlijk 77 jaar? Daarna volgde er een heerlijke dienst met veel lofprijzing en gebed.

               


Samenkomst met de zusters van het Estherproject
In het kader van het Estherproject wordt in de huiskamer van zuster Sadiq dagelijks een samenkomst gehouden met de vrouwen uit de omgeving en natuurlijk moeten we ook dat meemaken.
Er kunnen opeengepakt op de grond wel veertig zusters zitten en de kamer was bij ons bezoek helemaal gevuld. Ik gaf een bemoedigende boodschap naar aanleiding van Psalm 23 en tijdens de gebedstijd aan het einde van de dienst werd een zuster vervuld met de heilige Geest en sprak in nieuwe tongen. Hierna volgde enige tijd van ontspannen samenzijn.





Opening nieuw kerkje
In een arme wijk van Lahore waar pastor Naik sinds 10 jaar werkt, werd Liaquat uitgenodigd om een nieuw kerkzaaltje in te wijden.
Na de dienst kwamen veel mensen, zowel jong als oud naar voren voor gebed.


Uiteraard moest er na de dienst ook gegeten worden en op de bijbehorende binnenplaats werd daar door de gemeente rijkelijk gebruik van gemaakt, waarbij er ook weer velen naar ons toekwamen voor gebed.


Gebed op het dak
Een verrassend bezoek bij Richard Silvester, een vriend van Liaquat en een vaste medewerker van het OM team in Pakistan. We hadden hem al ontmoet in de zondagsdienst. Hij gaf daar een getuigenis van zijn activiteiten in het verspreiden van traktaten en Cd’s onder zijn ‘neven’ (zo noemt hij de moslims) om hen te winnen voor Christus.
De man heeft een ongelooflijke vrijmoedigheid en kent geen vrees. Elke bezoeker in zijn huis wordt meegenomen naar het platte dak om met hem voor de omgeving te bidden. Hij is ook nog eens begiftigd met een grote dosis humor, waarmee hij gemakkelijk contact maakt met de mensen om hem heen.

In de huiskamer had hij de TV aanstaan met een lokale zender en tot mijn verrassing zie ik daar het beeld van Henny op de buis verschijnen. Een opname van de zondagsdienst waar Henny predikt met Liaquat als vertaler.

Ook de komende conferentie van John Maasbach met zijn team wordt breeduit aangekondigd. Ik verbaas me dat deze mogelijkheden in dit land naast veel tegenstand toch ook mogelijk is. Ook in de omgeving van het Bijbel College zie ik overal grote aanplakbiljetten aan de muren van de komende conferentie, evenals op de bus van het college, die door heel Lahore heen rijdt.

Henny laat me een maandblad zien dat in heel Pakistan verschijnt op gebied van cultuur, kunst en wetenschap en tot mijn verrassing zie ik een uitgebreid interview van 5 pagina’s met Henny, opgeluisterd met een aantal flatterende foto’s. Toe maar, het zal je dochter toch maar wezen!
Familiebezoeken

Als vader van Henny word ik uiteraard geacht deel uit te maken van de familie en dat betekent uitgebreide familiebezoeken met de bijbehorende maaltijden.

Zo bezochten we Liaquats broer Ayub met zijn gezin en zijn zusters Rehana en Farzana met hun mannen en kinderen. Allen betrokken in het werk van de gemeente en het was heel fijn en gezegend om te zien wat God in hun leven heeft gedaan.


Hier zien we Liaquata zusters
Rehana met haar zoontje Joshua
en Farzana met haar vier dochters.
Rehana met haar man Robin hebben een zoontje Joshua. Toen we hen bezochten, wipte ook nog even haar buurvrouw aan, een Moslima die in verwachting was en ons vroeg of we voor haar wilden bidden. Natuurlijk gaven we daar gehoor aan en zegenden haar in de naam van Jezus.
Farzana met haar man Menahim hebben vier dochters en zijn beiden dienstbaar als pastors in het meisjesinternaat.

Ayub de jongere broer van Liaquat is getrouwd met Samina en zij hebben twee kinderen Haroon en Erica. Ik herinner me Ayub nog als 17 jarige jongen, kreupel door kinderverlamming en onzeker wat betreft de toekomst. Wat moest er van terecht komen? Door een actie in Nederland kreeg hij hier een prothese en ging het steeds beter met hem.
Nu is hij een krachtige man met een vrouw en twee kinderen. Hij leidt met verve de zang- en muziekgroep in de gemeente en is een medewerker van de internationale organisatie voor de vervolgde kerk. Fantastisch wat de Heer in zijn leven gedaan heeft.

Familiebanden zijn hier heel sterk en daar zijn wij in het individualistische westen na de tweede wereldoorlog veel van kwijtgeraakt. Een kaalslag waarvan wij de gevolgen dagelijks om ons heen zien.



Ayub en Samina met Haroon en Erica
Sponsorproject Tamara
We bezochten ook enkele families waarvan we kinderen sponsoren, zoals de families Javed, Pius, Samson, Christopher en Emanuel, die in Lahore wonen. Grote dankbaarheid bij al deze families voor de hulp die ze ontvangen voor hun kinderen.
We konden niet alle families, die we ondersteunen, bezoeken omdat velen buiten Lahore wonen.
We ontmoetten ook teleurstelling bij hen, die al vele jaren op de wachtlijst staan en we niet kunnen helpen door gebrek aan sponsors. Het is een kleinschalig project en meer dan 40 kinderen kunnen we nu niet helpen.
Van hen die we wel hebben kunnen helpen horen we fijne berichten. Sommigen zijn na de sponsorperiode naar het Bijbel College gegaan, anderen volgen een opleiding voor verpleging, weer anderen zijn nu getrouwd en maken het fijn.

Ambrose in 1996 bij begin
van de sponsoring


Een van de jongens, die gesponsord wordt, is Ambrose Pius en hij doet het zo goed op zijn school, dat hij met enkele anderen uitge-kozen werd voor een interview met een van de ministers.


Ambrose als tolk
voor Amerikaanse prediker
Bij een andere gelegenheid mocht hij aan prins Charles van Engeland de vlag overhandigen. Hij zal binnen kort de school kunnen verlaten en wil graag naar het Bijbel College gaan. Geweldig toch!
Het is dan ook de moeite waard om te investeren in jonge levens en hen een opzet te geven voor hun toekomst.
FGA Conventie 2010 met participatie van Johan Maasbach WereldZending
De jaarlijkse leidersconventie met daaraan gekoppeld de avonddiensten in de openlucht op het plein achter de technische school was dit jaar overweldigend. Broeder John Maasbach met zijn team is de laatste jaren hierin een grote steun door de geweldige inzet en participatie vanuit Nederland.
Gedurende vier dagen lang waren er overdag leidersseminars, waar de broeders Bert Grootveld uit Nederland, David Jumas en Geofry Kirunji uit Kenia en Liaquat Qaiser uit Pakistan gedegen Bijbels onderwijs gaven. De seminars werden bijgewoond door honderden voorgangers, evangelisten en werkers in de afdelingen van de gemeenten van de verschillende denominaties uit geheel Pakistan.
In de avonddiensten sprak de vurige evangelist John Maasbach, die op onnavolgbare wijze werd vertaald door broeder Liaquat.
Hij wekte de gemeenten op om hun roeping te verstaan en in het geloof de opdracht van Christus te vervullen.

De avonddiensten werden gehouden in de openlucht en elke avond stroomden twee tot drieduizend mensen samen om naar de boodschap te luisteren en velen werden gered en genezen.


Op een van de avonden dreigde er iets mis te gaan vanwege weersomstandigheden en de eerste druppels als voorboden van een dreigende stortbui begonnen te vallen. Vele mensen zaten dicht opeen gepakt op de grond in hun kleurige en fleurige kleding met tussen hen in ook nog de vele kinderen.



Dit kon toch eenvoudig niet waar zijn! Dit kon gewoon helemaal niet gebeuren en dit was dan ook het moment waarop ik en velen met mij ons wel krachtig tot God moesten wenden om dit te verhoeden. Er werd in het openbaar geen aandacht aan gegeven, maar ik begreep later dat een stroom van gebeden in stilte werd opgezonden en het was dan ook zeker niet het minste wonder van deze avond, dat na de eerste druppels de wolken verder trokken om hun lading elders kwijt te raken...
Grandpa in Pakistan
Op de laatste avond werd mij gevraagd ook iets te delen en ik vertelde hoe ik onbewust al sinds de geboorte van onze oudste dochter Henny was verbonden met het Pakistaanse volk. Al voor haar geboorte, wist ik dat de Heer haar had afgezonderd voor een speciaal doel en toen zij ons dan ook op zevenjarige leeftijd vertelde van een droom, waar zij aan bruine mensen over de Heer ging vertellen, was dat voor ons de bevestiging.


Toen zij op het Bijbelcollege in België Liaquat ontmoette en zij samen direct na hun huwelijk naar Pakistan vertrokken als zendelingen, was dat dan ook geen verrassing meer voor ons en vanaf die periode gaf de Heer mij de opdracht om mij bezig te houden met het thuisfront. Eerst vanuit de Gemeente De Banier in Rotterdam, later vanuit de stichting De Schatkamer voor de Wereld.

Ik mocht hen ook vertellen, dat de band die al zo lang tussen Pakistan en mijn hart bestond niet alleen meer met mijn dochter en haar gezin had te maken, maar dat ik in de loop van de jaren ook zoveel lieve broeders en zusters had leren kennen in de gemeenten in Pakistan, waardoor ik steeds nauwer met dit land werd verweven door persoonlijke banden. Ik deelde met hen dat het voor mij een grote zegen en voorrecht was om na zoveel jaren de oogst te mogen zien van wat God in Pakistan gedaan heeft en nog doet.

Ook vertelde ik hen dat het mij was opgevallen dat zij Liaquat en Henny als hun geestelijke vader en moeder beschouwen en dat het voor mij een eer en voorrecht zou zijn als zij mij wilden aanvaarden als hun geestelijke grootvader en zij mij daar erg blij mee zouden maken.
Hoewel ik niet gewend ben om zo openlijk over mijn gevoelens te praten, opende ik mijn hart voor hen en merkte dat ik hiermee hun harten had geraakt en vanaf dat moment werd ik overal waar ik kwam begroet en omhelsd als hun grandpa en zo ervaren we wederzijds meer dan ooit een diepe verbondenheid.

De dag voor ik weer naar Nederland vertrok, werd ik gebeld door pastor Morris, de copastor van Liaquat, die mij vertelde zo geraakt te zijn door wat ik had gedeeld, dat hij iets heel speciaals had gemaakt en mij dat wilde aanbieden.
Met een stralend gezicht kwam hij ’s avonds langs met een heel speciale beker met hierop mijn foto, naam en woorden van waardering en liefde geschilderd. Ik moet u eerlijk zeggen, dat mij dit diep raakte en meer deed, dan welke award, medaille of onderscheiding van welke aard ooit had kunnen doen...


Op 7 maart stapte ik na een gezegend verblijf in Pakistan weer op het vliegtuig op weg naar Holland. Ik hoefde niet alleen te reizen omdat de familie Harter met hetzelfde vliegtuig op weg naar Frankfurt toog. Weet de Heer nu ook al, dat ik zo’n hekel heb om alleen in het vliegtuig te reizen? Houdt Hij ook op deze manier rekening met zijn kinderen en komt hen tegemoet?
Op Schiphol sta ik er echter alleen voor en loop ik daar te zeulen met een zware koffer en een flinke handbagage naar de trein. Eigen schuld overigens, want ze hoefden me niet speciaal van Schiphol op te komen halen dat laatste stukje kon ik best alleen met de trein...

Ik laat me op een bankje vallen in afwachting van de trein en vraag me af hoe ik de zware bagage de trein in en uit krijg. Zit er net een jonge man naast me, die me vraagt of ik wel eens in Papendrecht kom en heeft me daar wel eens horen spreken.
Ik kende hem niet persoonlijk en zo raakten we in gesprek. Hij is jong en sterk en mijn koffers worden dan ook door hem met groot gemak in de trein gehesen en in Rotterdam er weer uit tot op het moment, dat het overgenomen wordt door mijn zoon en kleinzoon, die met de auto naar het Centraal Station zijn gekomen.
Misschien noemt u het wel toeval maar voor mij is het gewoon de Hand van mijn liefhebbende hemelse Vader, die echt in allerlei gewone dagelijkse dingen voor me zorgt.

Ik mag terugzien op een heel gezegende tijd, waarin ik op allerlei manieren God aan het werk heb gezien en ik wil u dan ook vragen om het zendingswerk van Liaquat en Henny Qaiser te ondersteunen met uw support en gebeden. Gedenk de moedige kerk van Christus in dat land, die ondanks gevaar en discriminatie niet opgeeft, maar zich inzet voor de verbreiding van het evangelie.

Wilt u op de hoogte blijven van het zendingswerk in Pakistan?
Wij zenden regelmatig nieuwsbrieven, waarvoor u
zich kunt opgeven.  zie: Mailbox.
 
Copyright © 2003- - Stichting Schatkamer voor de Wereld, te Rotterdam
 
Website: Christus in Pakistan - Coördinator: Klaas van Balen - Webmaster: Theo Meijer
 
Terug naar de inhoud